Obligaties

Investeren in obligaties op de Belgische markt kan een stabiele en relatief veilige manier zijn om rendement te behalen, maar er zijn belangrijke aspecten om rekening mee te houden.

Wat is een obligatie en hoe werkt het?

Een obligatie is een schuldbewijs dat een emittent (bijvoorbeeld een overheid, bedrijf of instelling) uitgeeft om geld te lenen van beleggers. In ruil daarvoor betaalt de emittent een periodieke rente (de coupon) en het kapitaal terug op de vervaldag.

Terminologie

In dit artikel wordt vakspecifieke terminologie gebruikt, vandaar dat we dit even oplijsten:

1. Pari (of pariwaarde)

  • Definitie: Pari betekent dat een obligatie wordt verhandeld tegen haar nominale waarde (de waarde die de uitgever belooft terug te betalen bij de vervaldag, meestal €1.000 per obligatie).
  • Onder pari: De obligatie wordt verhandeld tegen een prijs lager dan de nominale waarde (bv. €950).
  • Boven pari: De obligatie wordt verhandeld tegen een prijs hoger dan de nominale waarde (bv. €1.050).

2. Roerende voorheffing (RV)

  • Definitie: Een belasting op de inkomsten uit roerende goederen, zoals rente van obligaties en dividenden van aandelen. Momenteel is er geen meerwaardebelasting in België
  • Tarief in België: 30%.
  • Toepassing:
    • Enkel op couponbetalingen bij obligaties.
    • Meerwaarden op obligaties (zoals winst bij verkoop of bij vervaldag) zijn vrijgesteld van roerende voorheffing.

3. Coupon

  • Definitie: De jaarlijkse of periodieke rente die de uitgever van de obligatie betaalt aan de houder.
  • Kenmerken:
    • Meestal een percentage van de nominale waarde (bv. 3% van €1.000 = €30 per jaar).
    • Kan vast (fixed coupon) of variabel (floating rate) zijn.
    • Onderhevig aan roerende voorheffing.

4. Zero-coupon obligatie (zero bond)

  • Definitie: Een obligatie zonder periodieke couponbetalingen. De winst voor de houder komt uit het verschil tussen de aankoopprijs (onder pari) en de nominale waarde bij terugbetaling.
  • Kenmerken:
    • Geen roerende voorheffing, omdat er geen coupons zijn.
    • Vaak uitgegeven aan een sterke korting (bv. €800 voor een obligatie met een nominale waarde van €1.000).
    • Populair voor wie belasting efficiëntie zoekt.

5. Nominale waarde

  • Definitie: Het bedrag dat de uitgever van een obligatie belooft terug te betalen aan het einde van de looptijd (meestal €1.000 per obligatie).
  • Dit bedrag is onafhankelijk van de koers van de obligatie op de secundaire markt.

6. Secundaire markt

  • Definitie: De markt waar bestaande obligaties worden verhandeld tussen beleggers.
  • Kenmerken:
    • Prijzen fluctueren door veranderingen in rentevoeten, kredietwaardigheid van de uitgever en marktsentiment.
    • Obligaties kunnen hier onder of boven pari worden gekocht of verkocht.

7. Yield (rendement)

  • Definitie: Het effectieve rendement van een obligatie, dat rekening houdt met de aankoopprijs, couponbetalingen en eventuele meerwaarde bij vervaldag.
  • Types:
    • Current yield: De jaarlijkse coupon gedeeld door de huidige koers van de obligatie.
    • Yield-to-Maturity (YTM): Het totale rendement als je de obligatie tot vervaldag aanhoudt, inclusief coupons en meerwaarde.

8. Achterstallige rente (accrued interest)

  • Definitie: De rente die een obligatie heeft opgebouwd sinds de laatste couponbetaling, maar die nog niet is betaald aan de houder.
  • Toepassing bij verkoop:
    • De koper betaalt de verkoper deze achterstallige rente, maar krijgt deze terug bij de eerstvolgende couponbetaling.

9. Looptijd (maturity)

  • Definitie: De periode vanaf de uitgifte van de obligatie tot de datum waarop de nominale waarde wordt terugbetaald.
  • Obligaties kunnen korte (<3 jaar), middellange (3-10 jaar) of lange looptijden (>10 jaar) hebben.

10. Emittent

  • Definitie: De uitgever van een obligatie, zoals een overheid, een bedrijf, of een internationale instelling.
  • Kredietwaardigheid: Wordt beoordeeld door ratingbureaus (bv. AAA, BBB). Een lagere rating betekent een hoger risico en vaak een hogere coupon.

11. Valutarisico

  • Definitie: Het risico dat schommelingen in wisselkoersen de waarde van je belegging beïnvloeden.
  • Toepassing:
    • Enkel van toepassing op obligaties uitgegeven in een andere munt dan de euro (bv. USD, GBP).
    • Een zwakkere vreemde munt vermindert de waarde van je opbrengsten in euro.

Obligaties die onder of boven pari worden verhandeld

Bij de terminologie hebben we het al over “pari” gehad. Obligaties kunnen onder of boven pari gekocht worden. Dit is heel belangrijk om in het achterhoofd te houden wanneer je een obligatie aakoopt.

  • Onder pari: De obligatie wordt verhandeld tegen een lagere prijs dan de nominale waarde (bijvoorbeeld €950 voor een obligatie met een nominale waarde van €1.000). Dit kan gebeuren als de marktrente hoger is dan de couponrente van de obligatie.
  • Boven pari: De obligatie wordt verhandeld tegen een hogere prijs dan de nominale waarde (bijvoorbeeld €1.050 voor een obligatie met een nominale waarde van €1.000). Dit gebeurt vaak als de marktrente lager is dan de couponrente.

Waarop letten?

  • De effectieve rente (yield) is belangrijker dan de nominale coupon.
  • Bij een aankoop boven pari kan je verlies lijden, aangezien je de nominale waarde terugkrijgt bij de vervaldag.

Belastingen op obligaties in België

Over het algemeen is er op het moment van schrijven (Februari 2025) nog geen meerwaardebelasting in België. Momenteel zitten we in tijden van regeringsonderhandelingen, waar meerwaardebelasting één van de onderwerpen is die op tafel ligt. Wel moet je roerende voorheffing betalen op de ontvangen coupons, wat in België 30% is.

Een van de populaire manieren om rond deze roerende voorheffing te werken, is door zero-coupon obligaties aan te kopen.

Zero-coupon obligaties

Dit zijn obligaties zonder jaarlijkse couponuitkeringen. Ze worden onder de nominale waarde verkocht (bijvoorbeeld voor €800) en bij de vervaldag krijg je de nominale waarde (€1.000) terug. Ze zijn vooral interessant voor wie geen regelmatige inkomsten nodig heeft en de belastingdruk wil beperken tot de vervaldatum.

Kosten en valkuilen

Over het algemeen zijn er niet zo heel veel risico’s bij het aankopen van obligaties. Eens je op voorhand goed hebt gekeken of je boven/onder pari aankoopt, of je achtergestelde interesten moet betalen, in welke valuta je aankoopt, welke coupons je gaat ontvangen zijn er uiteraard nog een aantal risico’s, maar deze zijn inherent verbonden aan het beleggen:

  • Transactiekosten: Banken of brokers rekenen kosten aan bij aankoop/verkoop.
  • Bewaarloon: Sommige banken rekenen een vergoeding voor het aanhouden van effectenrekeningen.
  • Valutarisico: Als je investeert in obligaties in een andere munt (zoals USD of GBP), beïnvloedt wisselkoersschommelingen je rendement.
  • Kredietrisico: Dit is het risico dat de emittent de rente of het kapitaal niet kan terugbetalen.
  • Renterisico: Bij een stijgende marktrente daalt de waarde van bestaande obligaties.

Emittent

Een obligatie wordt altijd door iemand uitgegeven, namelijk de emittent. Over het algemeen zijn er twee soorten emittents, namelijk de overheden en de bedrijven.

  • Bedrijfsobligaties:
    • Worden uitgegeven door bedrijven (publieke of private ondernemingen).
    • De opbrengst wordt gebruikt voor de financiering van de bedrijfsvoering, investeringen of herstructurering.
  • Staatsobligaties:
    • Worden uitgegeven door overheden (bijvoorbeeld de Belgische, Franse of Amerikaanse overheid).
    • De opbrengst wordt gebruikt voor het financieren van overheidsuitgaven, zoals infrastructuurprojecten, sociale programma’s en schuldaflossing.

Beide soorten emittent hebben hun specifieke risico’s. Over het algemeen wordt er gezegd dat bedrijfsobligaties grotere risico’s teweegbrengen dan staatsobligaties.

Bedrijfsobligaties:

  • Hoger risico dan staatsobligaties, omdat bedrijven failliet kunnen gaan (kredietrisico).
  • Het risico varieert afhankelijk van de gezondheid van het bedrijf en de sector.
  • Bedrijven met lagere kredietratings (bijvoorbeeld junk bonds) bieden vaak hogere rendementen om dit risico te compenseren.

Staatsobligaties:

  • Lager risico dan bedrijfsobligaties, vooral als ze uitgegeven worden door een stabiele overheid (zoals de Belgische, Duitse of Amerikaanse overheid).
  • Het risico van een faillissement is laag, maar bestaat theoretisch in gevallen van sovereign risk (bijvoorbeeld landen met economische of politieke instabiliteit).

Uiteraard brengt het kiezen van een emmitent ook een winstaspect met zich mee. Hogere risico’s brengen vaak ook hogere winsten met zich mee. Hier kunnen we opnieuw een uitsplitsing maken:

Bedrijfsobligaties:

  • Doordat ze hogere risico’s met zich meebrengen, bieden ze vaak hoger rendement dan staatsobligaties.
  • Het rendement varieert sterk afhankelijk van de kredietwaardigheid van het bedrijf.
  • High-yield bedrijfsobligaties (ook wel junk bonds genoemd) bieden een hoog rendement, maar zijn risicovoller.

Staatsobligaties:

  • Meestal lager rendement dan bedrijfsobligaties, omdat ze als veiliger worden beschouwd.
  • Het rendement hangt af van de kredietwaardigheid van het land. Voor stabiele landen met een hoge kredietrating is het rendement vaak relatief laag (bijvoorbeeld de Bundesbank of de VS Treasuries).

Liquiditeit

De liquiditeit vertelt iets over de vraag/aanbod-cyclus. Bij bedrijfsobligaties varieert de liquiditeit afhankelijk van het bedrijf en de markt. Grote, gevestigde bedrijven hebben vaak een hogere liquiditeit omdat er meer vraag naar hun obligaties is. Kleinere of risicovollere bedrijven kunnen minder liquide zijn.

Bij staatsobligaties zijn de obligaties meestal zeer liquide, vooral als ze uitgegeven worden door grote en stabiele landen (bijvoorbeeld de VS of Duitsland). Staatsobligaties worden vaak verhandeld op de secundaire markt.

Rekenvoorbeelden

We hebben hierboven heel wat scenario’s besproken. Om het iets visueler te maken hebben we een aantal rekenvoorbeelden gegeven:

Aankoop obligatie bij uitgifte

Voorbeeld:
De Belgische overheid geeft op 1 februari 2025 een 10-jarige obligatie uit met een nominale waarde van €1.000 en een jaarlijkse coupon van 2%.

  • Uitgiftedatum: 1 februari 2025
  • Looptijd: 10 jaar
  • Couponrente: 2%
  • Nominale waarde: €1.000
  • Uitgifteprijs: €1.000 (pari)
  • Roerende voorheffing: 30%

Berekeningen:

  • Jaarlijkse couponbetaling vóór belasting: €1.000 × 2% = €20
  • Jaarlijkse couponbetaling na belasting: €20 − 30% = €14
  • Totaal netto rendement over 10 jaar (inclusief terugbetaling nominale waarde):
    • Coupons: €14 × 10 = €140
    • Terugbetaling: €1.000
    • Totale netto opbrengst: €1.140

Je investeert €1.000 en ontvangt €1.140 netto over 10 jaar, wat neerkomt op een netto rendement van 1,4% per jaar.

Obligatie uitgegeven enkele jaren geleden, koers onder pari, nog coupons te ontvangen

In dit rekenvoorbeeld werd de obligatie een aantal jaren geleden uitgegeven. Via je broker koop je de obligatie op de secundaire markt. Je koopt de obligatie onder pari en ontvangt nog coupons. De obligatie zelf loopt nog 5 jaar en je moet geen achtergestelde interesten meer betalen

  • Koopprijs: €950
  • Nominale waarde bij terugbetaling: €1.000
  • Meerwaarde: €1.000 − €950 = €50 → geen roerende voorheffing op deze meerwaarde
  • Couponbetaling vóór belasting: €40 per jaar
  • Couponbetaling na belasting (30%): €40 − 30% = €28
  • Totale netto coupons over 5 jaar: €28 × 5 = €140
  • Totale netto opbrengst inclusief meerwaarde:
    • €140 (netto coupons) + €50 (meerwaarde) = €190

Obligatie uitgegeven enkele jaren geleden, koers onder pari, achterstallige rente te betalen

In dit rekenvoorbeeld koop je een obligatie via je broker op de secundair markt. Je koopt de obligatie onder pari. Echter koop je de obligatie tussen 2 coupons in. Je hebt dus zogezegd al wat coupon ontvangen wanneer je deze aankoopt. De verkoper rekent deze zogenaamde verworven winsten aan jou aan, dit noemt achterstallige rente

Hier is het belangrijk te beseffen dat achterstallige rente wél roerende voorheffing bevat bij ontvangst.

  • Meerwaarde: €1.000 − €900 = €100 → geen belasting hierop
  • Achterstallige rente (7 maanden): €50 × (7/12) = €29,17 → dit bedrag betaal je aan de verkoper bij aankoop.
  • Couponbetaling na belasting (30%): €50 − 30% = €35 per jaar
  • Netto coupons over resterende looptijd (5,5 jaar): €35 × 5,5 = €192,50
  • Totale netto opbrengst inclusief meerwaarde:
    • €192,50 (netto coupons) + €100 (meerwaarde) = €292,50 netto opbrengst

Obligatie uitgegeven enkele jaren geleden, koers boven pari, nog coupons te ontvangen

In dit rekenvoorbeeld koop je een obligatie die al een aantal jaren geleden uitgegeven werd. Je koopt de obligatie boven pari, dus aan een hogere prijs dan hij initieel werd uitgegeven. Je moet nog een aantal coupons ontvangen. De obligatie zelf loopt nog 5 jaar.

Bij obligaties die boven pari worden gekocht, zal de meerwaarde negatief zijn. Dit betekent dat je een verlies hebt op de hoofdsom, wat je rendement negatief kan beïnvloeden.

  • Koopprijs: €1.050
  • Nominale waarde bij terugbetaling: €1.000
  • Meerwaarde: €1.000 − €1.050 = −€50 (verlies)
  • Couponbetaling vóór belasting: €60 per jaar
  • Couponbetaling na belasting (30%): €60 − 30% = €42
  • Totale netto coupons over 5 jaar: €42 × 5 = €210
  • Totale netto opbrengst inclusief meerwaarde:
    • €210 (netto coupons) − €50 (verlies) = €160 netto opbrengst

Zero-coupon obligatie, aankoop onder pari

In dit rekenvoorbeeld koop je de obligatie onder pari. De obligatie zelf keert geen coupons uit. Dit is een zogenaamde zero-coupon obligatie. De rekensom hier is eenvoudig, aangezien je enkel je meerwaarde berekent. Aangezien er in België voorlopig nog geen meerwaardebelasting is, is je winst netto.

  • Koopprijs: €800
  • Nominale waarde bij terugbetaling: €1.000
  • Meerwaarde: €1.000 − €800 = €200 → volledig belastingvrij
  • Totale netto opbrengst: €200

Zero-coupon obligaties zijn fiscaal zeer efficiënt omdat er geen roerende voorheffing betaald hoeft te worden.

Voorbeelden van obligaties

Deze obligaties zijn nog actief op het moment van schrijven. We plaatsen hier bewust geen koers bij aangezien dit irrelevant is x aantal tijd na schrijven

NaamISIN-CodeStaats/bedrijfsBoven/onder pariCouponEinddatumValuta
BundesobligationDE0001141836StaatsOnder pari0.00%10/04/2026EUR
Netherlands Government BondNL0015000QL2StaatsOnder pari0.00%15/01/2026EUR
Nestle Finance International LtdXS2263684180BedrijfsOnder pari0.00%03/12/2025EUR
BMW Finance NVXS2280845491BedrijfsOnder pari0.00%11/01/2026EUR
United States Treasury Note/BondUS91282CAT80StaatsOnder pari0.25%31/10/2025USD
Mercedes-Benz International Finance BVDE000A2YNZW8BedrijfsOnder pari0.375%08/11/2026EUR
adidas AGXS1114159277BedrijfOnder pari2.25%08/10/2026EUR

De voorbeelden hierboven tonen goed aan dat het belangrijk is om je Yield-to-maturity te berekenen. Je Yield-to-maturity toont je jaarlijkse winst/verlies aan op een obligatie. Het kan soms zijn dat je een obligatie lichtjes boven pari aankoopt, maar je jaarlijkse coupon er alsnog voor zorgt dat de winst aantrekkelijk is.

Het zoeken van obligaties kan vereenvoudigd worden door gebruik te maken van websites zoals https://www.goldwasserexchange.be/nl/bonds in combinatie met https://www.boerse-frankfurt.de/en

Neem ook zeker je makelaarsloon in achting, dit is de kost die je aan een broker betaalt voor het aankopen van de obligatie. Deze kost moet afgetrokken worden van je nettowinst. Daarom is het belangrijk om een goede keuze te maken met welke broker je in zee gaat. Hierover hebben we ook een artikel geschreven.

Conclusie

Obligaties kunnen interessant zijn voor mensen die graag een stabiel inkomen wensen. Dit product is redelijk predictief, je weet perfect wanneer je een coupon ontvangt of wanneer de obligatie terug uitbetaald wordt volgens pari.

Daarnaast kunnen obligaties dienen als tegengewicht voor risicovollere beleggingen zoals aandelen, of iets volatielere ETFs.

Overheidsobligaties worden over het algemeen ook als relatief veilig beschouwd, vooral in economisch onzekere tijden.

Hieronder nog een aantal tips:

  1. Kijk naar de effectieve rente: Laat je niet misleiden door een hoge coupon, kijk naar de yield-to-maturity.
  2. Controleer de kredietwaardigheid van de emittent: Dit kan via kredietbeoordelaars zoals Moody’s, S&P, of Fitch.
  3. Let op belastingen en kosten: Deze kunnen je netto rendement aanzienlijk beïnvloeden.
  4. Denk aan het renterisico: Vooral als je obligaties voor langere looptijden koopt.
  5. Valuta: Let goed op met obligaties die in een andere valuta noteren. Bepaalde obligaties kunnen een extreem hoge coupon uitgeven, maar noteren in een super volatiele valuta. Hier kan je veel geld mee verliezen.
  6. Roerende voorheffing verlaagt je netto rendement aanzienlijk. Overweeg dus voornamelijk te kijken naar zero-coupon obligaties die deze belasting omzeilen.
  7. Obligaties onder pari zijn vaak aantrekkelijker in termen van effectief rendement.
  8. Zero-coupon obligaties zijn geschikt voor wie belasting wil optimaliseren.
  9. Valutarisico en emittentrating zijn belangrijke overwegingen bij de keuze voor buitenlandse obligaties of risicovollere bedrijfsobligaties.
  10. Coupure: een belangrijke parameter tijdens het zoeken van een obligatie is de coupure. De coupure is de hoeveelheid geld dat je per eenheid moet investeren in een obligatie.
    • Voorbeeld: een coupure van 0.01 EUR staat je toe om een willekeurig bedrag te investeren. Bijvoorbeeld 1500 EUR is 150.000 stuks van een coupure van 0.01 EUR
    • Voorbeeld: een coupure van 1000 EUR (vrij gewoonlijk) staat je toe om een willekeurig berag in schijven van 1000 EUR te investeren. Bijvoorbeeld 1000 EUR, 2000 EUR, 5000 EUR respectivelijk 1, 2 en 5 stuks van een coupure van 1000 EUR
    • Let op! Sommige obligaties lijken zeer interessant, maar zijn soms maar beschikbaar in coupures van 100.000 EUR!